Martijn te Winkel

Martijn te Winkel toonde in het Centrum van Rotterdam Kleurboek van de Schoonheid en de Troost, 63 modificaties. Drager voor de A4 werken zijn de bladzijden uit het boek zeichnungen, tekeningen, drawings 1979-1980 van Joseph Beuys. Beuys zag zijn werk altijd in relatie tot andere kunstenaars, en dat is wat Martijn weer aan Beuys bindt. Martijn geeft een hedendaagse reactie op de tekeningen uit het boek, denkend aan de werken die hij nog wil maken en wat de tekeningen nu betekenen.


In deel 2 van de expositie zijn nog eens 63 nieuwe werken gemaakt onder de nieuwe titel ' Kleurboek Van de Schoonheid en de Troost & (aan de andere kant van) De Grijze Regenboog'.


Van beide series is een catalogus uitgebracht met een inleidende tekst van Hugo Bongers. Lees hier de tekst. Van deel 1 zijn nog enkele exemplaren beschikbaar van 40 euro per stuk. Deel twee kost 25 euro. Bestellen via info@yourgallery.nl

Over het Kleurboek Van de Schoonheid en de Troost

Aan de basis van het Kleurboek Van de Schoonheid en de Troost van Martijn te Winkel ligt een ander boek, een catalogus van een reizende tekeningententoonstelling met werk van Joseph Beuys. Het gaat om tekeningen van Beuys uit de jaren vijftig tot het jaar 1980 toen de tentoonstelling in onder andere Museum Boijmans Van Beuningen te zien was. Niet alle tekeningen van Beuys komen in het Kleurboek aan de orde. Meestal gebruikt Martijn te Winkel een van de werken op een spread, een dubbele pagina. Hij reageert op een werk van Beuys, tekent er overheen. Soms schemert het oorspronkelijke werk van Beuys er nog doorheen, somt verdwijnt het praktisch geheel onder de recente tekening. “Ik ervaar het niet als overtekenen”, zegt hij. “Ik reageer op het oorspronkelijke werk, Beuys kan helemaal verdwijnen onder mijn handschrift. Ik hoef Beuys niet te respecteren. Zodra ik het werk bestudeerd heb ligt het voor me als een blanco vel papier.”

Beuys inspireert Martijn te Winkel. Alleen al door die onvermijdelijke verschijningsvorm van hoed, jasje en wandelstok. Deze catalogus van Beuys zit voor hem bijzonder goed in elkaar, de tekeningen op de tegenoverliggende bladzijden hebben elkaar echt iets te vertellen. De bladzijden raken met elkaar in gesprek en dat gebeurt niet altijd in kunstenaarsboeken en kunstcatalogi. Beuys is voor hem ook interessant door de intensieve gesprekken die deze voerde met collega-kunstenaars, door de constante uitwisseling van ideeën die Beuys uitlokte. Die dialoog is in deze catalogus geconcentreerd, dertig jaar werken teruggebracht tot één boek.

De onderliggende tekening van Beuys kon in de tekeningen van Te Winkel geheel verdwijnen, als de titel maar zichtbaar bleef. De titel was de trigger voor zijn associatieproces. Feitelijk zie je soms drie titels onder de tekeningen in het Kleurboek: de oorspronkelijke titel, de titel van een andere werk van Beuys die hij leende van een niet gebruikte bladzijde (meestal in de Nederlandse vertaling uit de catalogus) en dan nog aanvullende teksten in het handschrift van Te Winkel zelf, poëtische associaties die het werk bij hem opriepen.

Het werk van Beuys verwijst naar geschiedenis, politiek, maatschappij, het gaat over helende krachten, over herstel en genezing. Dat is niet de invalshoek van Martijn te Winkel. Dat is veel fysieker, lichamelijker. De televisie-uitzendingen Van de schoonheid en de troost, gemaakt door Wim Kayzer en uitgezonden aan het begin van het nieuwe millennium, inspireren hem: Ze lieten zien hoe je maatschappelijke en wetenschappelijke discussies in een mooie literaire vorm kon gieten. Dat is wat hem nu interesseert.

Het Kleurboek is grotendeels zwartwit. De tekeningen die Te Winkel maakte als basis daarvoor zijn alle in kleur. Het Kleurboek en de afgebeelde tekeningen vallen dus niet samen. Het Kleurboek heeft met de catalogus van de Beuys-tekeningen het fysieke element gemeen: de handeling van het omslaan van de bladzijden, de volgorde waarin de tekeningen tevoorschijn komen, het associatieve denken dat aan die volgorde ten grondslag ligt. De politieke kant van Buys interesseert Martijn te Winkel minder dan de literaire kant, zijn vormen.

& (aan de andere kant van) De Grijze Regenboog

De tweede serie werken die Martijn te Winkel presenteert verschilt op het eerste gezicht enorm van de eerste serie Het Kleurboek Van de Schoonheid en de Troost. Was in die serie het werk van Joseph Beuys de grote inspiratiebron, in de tweede serie zijn we terug bij eerder werk van Te Winkel zelf en zijn vaak door pornografische beelden geïnspireerde kunst. Bij nadere beschouwing zijn er ook veel overeenkomsten. Beide series zijn gebaseerd op de systematiek van tweetallen. Werken horen paarsgewijs bij elkaar. Je kunt de werken per tweetal ophangen, op de wijze van een spread in een boek. Je zou de werken uit de eerste serie en die uit de tweede ook paarsgewijs onder elkaar kunnen hangen. De formaten zijn identiek, net als het materiaal en de techniek.

Het narratief van de tweede serie is sterk. Als je alle 63 werken naast elkaar aan de muur ziet hangen valt je een verhaal op, een doorlopend verhaal. Het begint bij enkele vrouwenportretten, anonieme vrouwen (met uitzondering van een portret van Frida Kahlo) die later in de reeks te zien zijn in wellustige poses. Er duiken later ook delen op van mannenlichamen, maar zonder gezichten. De vrouwen zijn individueel herkenbaar, de mannen niet, zoals vaak in pornobeelden. “Seriematig werken vind ik interessant,” zegt Te Winkel. Maar ook al is het narratief van deze tweede serie sterk, de kleurrijke werken kunnen ook uitstekend op zichzelf staan.

“Ik word enorm door Beuys geïnspireerd”, zegt Martijn te Winkel “waarbij ik het literaire in zijn werk belangrijker vind dan het sociale. Maar Beuys is een handelsmerk geworden, als persoon heeft hij daarmee aan identiteit verloren.” Op dat verlies aan identiteit reageer ik in deze tweede serie.”

Geheel in de stijl van Te Winkel is het raster van beelden dat over de lichamen heen geschilderd is. Hij laat daarbij herhaaldelijk iconische beelden uit de kunstgeschiedenis terugkomen, zoals ‘de parkiet’ van Matisse. Er zitten deze keer veel meer van dit soort verwijzingen in de serie, zoals de bananen van Warhol, de vier basislijnen van Sol LeWitt, de hand van Urs Fischer, de rasters van Basquiat. Martijn te Winkel wilde weer eens lekker gaan citeren uit het werk van zijn geliefde collega’s. De titel van de serie & (aan de andere kant van) De Grijze Regenboog verwijst naar Malcom Morley’s Black Rainbow Over Oedipus at Thebes. En naar de geruchtmakende boeken en film Fifty shades of gray.

Met deze verwijzingen schept hij een verband tussen beide series. Zowel over Beuys als over de wellustige beelden legt hij een raster van lijnen en vormen, kleuren en iconen; daarmee wordt afstand geschapen tot de onderliggende beelden. Beuys en de seks bedrijvende dames & heren verdwijnen onder de vaak dichte textuur van het bovenliggende raster. Met zijn eigen handschrift houdt hij Beuys en de pornobeelden in het gareel.

Een tweede verband ligt in de ‘leesrichting’ van beide series. Die worden waargenomen in een lange, rechte lijn van kleine ingelijste werken (op A4-formaat) die dicht tegen elkaar aanhangen. Die lijn bekijk je van links naar rechts. De lijn van werken vormt een soort horizon op de wand van een expositieplek. Op sommige expositieplekken zul je wellicht door een deur midden in de serie naar binnen stappen. Dan waan je jezelf het middelpunt van een cirkel kunstwerken en tasten je ogen die cirkel af. Deze ruimtelijke vorm was voor Martijn te Winkel een belangrijk uitgangspunt bij het maakproces van beide series.

Hugo Bongers

K U N S T B E M I D D E L I N G

MARTIJN TE WINKEL

Heb je interesse in het werk van Martijn te Winkel? Mail ons met je vraag, dan nemen we contact met je op
e-mail Y/OUR GALLERY
Share by: